Directeur Christopher Wild van het International Agency for Research on Cancer (IARC), het agentschap van de WHO dat zich specialiseert in kankeronderzoek, noemt die cijfers alarmerend. "Deze nieuwe cijfers geven een sterk signaal dat onmiddellijke actie nodig is. Hoewel er vooruitgang geboekt is, kunnen we kanker niet alleen met behandelingen oplossen.
Er is meer inzet nodig op het vlak van preventie en vroege opsporing." De WHO maakt zich sterk dat ongeveer de helft van alle kankergevallen vermeden zou kunnen worden, mocht alle beschikbare kennis adequaat worden toegepast.
De stijging treft vooral ontwikkelingslanden. Meer dan 60 procent van de kankergevallen doet zich voor in Afrika, Azië en Centraal- en Zuid-Amerika. In die gebieden vallen ongeveer 70 procent van de kankerdoden. "In lage- en midden-inkomenslanden is het cruciaal dat overheden regulerende maatregelen opleggen om hun burgers te beschermen en plannen voor kankerpreventie invoeren", zegt co-auteur van het rapport Bernard Stewart.
In 2012 waren long- (1,8 miljoen gevallen), borst- (1,7 miljoen) en dikkedarmkanker (1,4 miljoen) wereldwijd de meest voorkomende kankers. De meeste overlijdens waren het gevolg van long- (1,6 miljoen), lever- (0,8 miljoen) en maagkanker (0,7 miljoen).